Een klein dorp. Er niet echt bijhorend. Waar geluk niet vanzelfsprekend aanvoelt. Het ontbrekend stukje van jezelf. Niet wetend waar dat te zoeken. Geen weet van je herkomst. Erover praten was taboe.
Ik was 18 toen mijn adoptiemoeder overleed. Zeven jaar later kwam ook mijn adoptievader te overlijden. Ondertussen ook drie kindjes op de wereld mogen zetten. Goede raad, een troostend woord. Zoveel keren miste ik mijn ongekende moeder.
Nieuwjaarsnacht 2020 na een revalidatie van een voetoperatie die mij in isolement houdt geef ik aan te gaan zoeken. Mijn weerstand is gebroken.
6 januari kregen wij al antwoord van adoptiehuis met vraag alle nodige papieren omtrent mijn adoptie op te sturen. Deze waren door mijn adoptievader aan mijn echtgenoot meegegeven met de vraag niet te gaan zoeken.
4 februari heb ik een afspraak met de medewerkster van adoptiehuis. Hoopvol maar met gegronde angst. Mijn biologische moeder was in 2002 overleden. Waar de angst voor afwijzing nu een plaatst maakt van verdriet om een gemiste kans. Het rouwproces mag beginnen.
Doch er was een positief lichtpunt. Ik heb twee (half)broers. Zij zullen benaderd worden. Het wordt een ware rollercoaster van emoties. Maar vooral bang afwachten.
Al snel volgt een tweede bezoek. Inmiddels zijn beide broers ook benaderd. Er is positief gereageerd.
25 februari, op mijn verjaardag. Ik krijg een verjaardagskaart met gelukwensen van beide broers en hun echtgenoten. Gevoelens die je niet kan omschrijven. De correspondentie met mijn broers via mijn hulpverleenster in adoptiehuis wordt gestart.
Het zou snel gaan. Onze ontmoeting werd gauw gepland. Doch de coronatijd besliste daar anders over. Het wederzijds communiceren gaat verder. Via briefwisseling leren we elkaar kennen. Zij geven mij een moeder met een gezicht. Wederom een ware rollercoaster van gevoelens, een vat van emoties. Verdriet van gemis en vreugde om mijn twee broers zijn niet altijd te onderscheiden. Mijn inmiddels zo vertrouwde hulpverleenster heeft meerdere keren aangegeven dat deze gevoelens oké zijn. Dat tranen verlossend kunnen zijn.
Inmiddels een half jaar later. Ik heb beide broers en echtgenoten herhalend live mogen zien en dit is een feel-good verhaal aan het worden. We worden een deel van elkaars leven. Dit gaat zoveel verder. De bloedband bestaat echt.
Vele vragen zullen niet beantwoord worden, maar we voelen ons completer samen. Onze moeder had de tijdgeest niet mee. Maar ze heeft mij uitgedragen en had het ook anders gewenst. Ik was gewild.
Ik ben nu ook gewild.
Met dank en warmte denk ik terug aan mijn begeleidster. Ondertussen is zij een beetje een vriendin geworden en we houden contact. Ik zal de bevestigingen van mijn emoties met haar ervaring hierin nog nodig hebben.
Een kind van 66 jaar.